Ga naar de inhoud

Publiek-private samenwerking: sentiment én argument

Tijdens het Mobile Healthcare Festival gingen Danique Roodnat (STZ) en Nico van Meeteren (Topsector Life Sciences & Health) hierover in gesprek.

Samenwerken met commerciële partijen roept spanning op – van angst voor afhankelijkheid tot wantrouwen in winstmotieven. “Binnen ziekenhuizen leeft soms de vraag: kan het wel, mag het wel? Terwijl we die samenwerking juist nodig hebben om innovaties verder te brengen,” zei Ilse Hoogendijk (HagaZiekenhuis).

Wie neemt het initiatief?
Zestig procent van de zaal vond dat ziekenhuizen meer innovatiebudget moeten krijgen om met zorg MKB’ers samen te werken; veertig procent vond dat juist het bedrijfsleven meer financiële ruimte nodig heeft. Van Meeteren: “Ziekenhuizen en ondernemers moeten dichter bij elkaar komen. Zonder de private sector hadden we niet eens WC-papier gehad: samenwerking is op veel gebieden al de normaalste zaak van de wereld.”
Roodnat benadrukte gelijkwaardigheid: “Echte partners ontwikkelen samen en nemen samen verantwoordelijkheid.”

Tussen wantrouwen en tijd
De grootste barrière voor samenwerking? Niet wantrouwen, maar tijd. Tachtig procent van de deelnemers wees op werkdruk. “Innovatie komt er nu vaak bij,” zei Hoogendijk. “Terwijl het bij de zorgprofessie hoort.”
Roodnat: “We moeten innovatie niet langer zien als iets extra’s, maar als integraal onderdeel van ons vak.” 

Nico van Meeteren (Topsector LSH): “Tijd is één aspect, maar spreken we wel dezelfde taal? Gebrek aan wederzijds begrip zorgt dat probleem en oplossing elkaar soms missen.” Er werd geconcludeerd dat in zowel de bedrijfsvoering van ziekenhuizen als in de opleidingen van professionals structureel ruimte moet worden gemaakt voor innovatie. Niet alleen om tijd vrij te maken, maar ook om beter te leren begrijpen waar de ander vandaan komt. Want alleen als we elkaar begrijpen, kunnen we samen vernieuwen — en die gezamenlijke taal begint bij de zorgprofessionals van morgen.

Van sentiment naar argument
Carmen van Vilsteren (Topsector LSH): “Sentimenten moeten plaatsmaken voor argumenten. Ondernemers in de zorg werken niet uit winstbejag, maar uit overtuiging.” 
Ondernemers werken vaak – net als zorgmedewerkers- vanuit idealen: ze zetten hun tijd, energie en expertise in om de zorg vooruit te helpen. “Winstoptimalisatie is echt niet leidend,” benadrukte Van Vilsteren. “Het zijn bevlogen mensen, gedreven door passie en plezier in hun werk – die met volle overtuiging bouwen aan betere zorg. ”Van Meeteren vulde aan: “We hoeven niet allemaal out of the box te denken. Laten we elkaars box leren kennen en begrijpen.”
Katja Verschoor (gemeente Den Haag) pleitte voor samenwerking in drietallen: publiek, privaat én maatschappelijk. “De ontwikkelkracht zit vaak bij mensen die anders durven werken – die moet je weten te vinden.”

Én-én, geen of-of
Roodnat en Van Meeteren sloten af met dezelfde boodschap: publiek-private samenwerking is geen keuze tussen sentiment of argument, maar een én-én-benadering.
Roodnat: “We hebben elkaar nodig om de zorg toegankelijk te houden.”
Van Meeteren: “Volgend jaar gaan we ervoor om niet meer over dilemma’s te praten, maar presenteren we best practices die eruit voortkomen.”

Het laatste nieuws

Toegepast onderzoek als versneller van transformatie

Tijdens het Mobile Healthcare Festival pleitte radioloog dr. Martijn Boomsma (Isala) voor het verkleinen van de kloof tussen wetenschap en praktijk.

Transformatie en opschalen: van pilots naar structurele vernieuwing

Tijdens het Mobile Healthcare Festival deelden Pieter de Bey (Santeon), Hanneke van der Haar (mProve) en Danique Roodnat (STZ) hun ervaringen met het opschalen van succesvolle innovaties.

Data in de praktijk: de rol van CMIO en CDO

Hoe zorg je dat data niet blijft steken in techniek, maar echt bijdraagt aan betere zorg?