Ga naar de inhoud

In de spotlight: Iwan van der Horst, bestuurder van het Albert Schweitzer ziekenhuis

“Mijn beroep is hart voor de zorg. Mijn hobby is vooruitkijken.”
Dat typeert Iwan van der Horst ten voeten uit. Sinds januari 2025 is hij lid van de Raad van Bestuur van het Albert Schweitzer ziekenhuis. In die rol brengt hij zijn brede ervaring als intensivist, afdelingshoofd, opleider én voormalig voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care samen. Hij kent de zorg van binnenuit – en zet zich nu elke dag in voor de mensen die daar het verschil maken.

Iwan van der Horst, bestuurder Albert Schweitzer ziekenhuis

Van dokter aan het bed naar dokter aan het roer

De stap van het bed naar de bestuurskamer was voor Van der Horst een logische. “Er zijn genoeg goede dokters. Mijn kracht ligt er nu in om de omstandigheden te creëren waarin zij kunnen floreren.” Zelf nog polikliniek draaien? Dat doet hij liever niet meer. “Iedereen verdient een expert. En expert word je alleen met focus en vlieguren. Je moet het onderhouden. Dat lukt niet als je ernaast een ziekenhuis bestuurt.”

De kracht van topklinische ziekenhuizen

Hoewel Iwan eerder werkte in academische ziekenhuizen, koos hij bewust voor een topklinisch ziekenhuis. “De komende jaren draait het om het organiseren van algemene zorg – en dat op een hoog niveau, voor onze patiënten. Daar zijn STZ-ziekenhuizen gewoon heel goed in. Dit is oprecht the place to be als je van zorg houdt en echt verschil wilt maken.”

Werken aan een handboek voor de zorg

Structuur aanbrengen om ruimte te creëren voor vernieuwing: dat is waar Van der Horst voor gaat. “We moeten stoppen met overal opnieuw het wiel uitvinden. Waarom ontwikkelen vier ziekenhuizen vier verschillende protocollen voor een neus-maagsonde?” Zijn droom: een ‘handboek ziekenhuis’. Geen log boekwerk, maar een praktisch hulpmiddel waarmee zorg slimmer georganiseerd wordt en innovaties sneller kunnen landen.

Standaardisatie met behoud van ziel

Een ziekenhuis is geen fabriek. Standaardisatie moet nooit ten koste gaan van de ziel van de organisatie. “Je hebt beide nodig: corporate en soul. Hier bij het Albert Schweitzer zie je dat terug in de sfeer – mensen willen hier werken, stagelopen, blijven. Dat is geen toeval.” Het eerste hoofdstuk van dat handboek is dan ook glashelder: laat de structuur nooit de ziel uit je ziekenhuis jagen.

Continu inzicht en overzicht

Iwan houdt van dashboards, scenario’s en forecasts. De basis moet op orde zijn – niet alleen bij visitaties, maar altijd. “Hou het standaard bij. Regel het slim. Dan blijft er tijd over voor wat echt telt: beter worden in wat je doet.”

Data van waarde, niet van bezit

Van der Horst ziet enorme waarde in de hoeveelheid patiëntgegevens die STZ-ziekenhuizen in huis hebben. “Dat is data-goud. Als we dat goed verzamelen en delen, hebben we iets in handen waar je echt niet omheen kan.” Geen eilandjes, geen competitie, maar samenwerking. Hij wijst op de perverse prikkels rondom publicaties en om de race wie voor- en achteraan een publicatie mag staan. “Samen in het midden – dat is waar we naartoe moeten.”

Werken aan zorg die blijft doorgaan

Vooruitkijken tot vijf jaar verder is niet per se nodig. Wat telt, is de beweging. “Zolang we blijven innoveren, kunnen we de belofte waarmaken dat de zorg altijd doorgaat én dat onze mensen centraal staan.” Die combinatie vraagt om samenwerking, om het durven delen van successen en het opschalen van wat werkt. En vooral: om elkaar iets te gunnen.
“Wij” maakt het verschil.