Ga naar de inhoud

Data-infrastructuur als sleutel tot toekomstbestendige zorg in STZ-ziekenhuizen

Valérie Swagemakers is programmamanager data en innovatie bij STZ. Met haar ruime data-, zorg- en businesservaring bij Medirisk, PricewaterhouseCoopers en RIVM onderzoekt Valérie de data-uitdagingen en vooral de data-mogelijkheden voor de STZ-ziekenhuizen.  

Valérie Swagemakers: Ik denk dat het cruciaal is voor STZ-ziekenhuizen om zich te verbinden met de data-infrastructuren die nu worden gebouwd. Een robuuste data-infrastructuur is niet alleen een technische noodzaak; het is een strategische pijler die de kwaliteit, veiligheid en efficiëntie van zorg drastisch kan verbeteren. STZ-ziekenhuizen behandelen zo’n 50% van de patiënten in Nederland en door onze gegevens beschikbaar te stellen voor zowel primaire als secundaire doeleinden, kunnen we enorme stappen zetten in de richting van betere patiëntenzorg en innovatieve wetenschappelijke inzichten. 

Redactie: Je noemt primaire en secundaire datagebruik. Kun je kort uitleggen wat het verschil is en waarom beide zo belangrijk zijn? 

Valérie Swagemakers: Primair datagebruik draait om de gegevens die direct worden gebruikt in de zorgverlening, zoals patiëntendossiers en diagnostische gegevens. Dit is essentieel voor het leveren van zorg op maat. Secundair datagebruik betreft het hergebruik van data voor andere doeleinden, zoals wetenschappelijk onderzoek en kwaliteitsverbetering. Door ook secundair datagebruik goed te faciliteren, kunnen we bijvoorbeeld trends in ziektebeelden herkennen, nieuwe behandelmethoden ontwikkelen of preventieve zorgstrategieën verbeteren. Beide vormen van datagebruik vullen elkaar aan en zijn cruciaal voor een duurzame zorginfrastructuur. 

Redactie: Op dit moment zie je dat initiatieven zoals Health-RI en HDAB zich voornamelijk richten op universitaire ziekenhuizen. Waarom is het van belang dat ook STZ-ziekenhuizen hierbij worden betrokken? 

Valérie Swagemakers: Health-RI en HDAB richten zich nu inderdaad grotendeels op academische ziekenhuizen. Dit is op zich logisch want veel fundamenteel onderzoek vindt plaats in de academie.  Maar STZ-ziekenhuizen hebben een unieke rol:  Wij doen veel toegepast wetenschappelijk onderzoek, leveren topklinische zorg en zijn verantwoordelijk voor de behandeling van een enorm aantal patiënten. Meedoen met deze data-infrastructuren, levert een schat aan data en inzichten. Bovendien, de richtlijnen die HDAB ontwikkelt, zullen uiteindelijk ook voor ons van toepassing zijn.  

Redactie: Hoe kunnen STZ-ziekenhuizen concreet profiteren van deelname aan deze infrastructuren? 

Valérie Swagemakers: Er zijn verschillende voordelen. Ten eerste kunnen we gebruikmaken van een bredere database voor wetenschappelijk onderzoek. Dat ons helpt om nieuwe behandelingen en zorginnovaties te ontwikkelen. Daarnaast vermindert een goed geïntegreerde data-infrastructuur de administratieve lasten voor zorgverleners. Door automatische dataregistratie en -uitwisseling krijgen we meer tijd voor de patiënt en minder voor het invullen van formulieren. Dit draagt ook bij aan een hoger werkgeluk onder zorgverleners. Kortom, het is een win-win: betere zorg, meer tijd voor de patiënt, en een verbeterde werkervaring voor de zorgverlener. 

Het laatste nieuws

Lidmaatschappen Rijnstate, Franciscus en VieCuri en verlengd

De ALV heeft 3 positieve aanbevelingen van visitatiecommissies bekrachtigd. Daarmee is de verlenging van het lidmaatschap van zowel Rijnstate, Franciscus als VieCuri een feit.

Afscheidssymposium Jan van Dam: ‘elkaar versterken zit diep in het STZ-dna’

Tijdens het minisymposium over de toekomst van Topklinische Zorg werd het pensioen van 'mr. STZ', Jan van Dam, gevierd.

Wieke Haakma nieuwe programmamanager STZ: Topzorg en Wetenschap

Sinds 1 oktober versterkt Wieke Haakma als programmamanager het STZ team. De belangrijkste aandachtsgebieden van Wieke worden de bouwstenen Topzorg en Wetenschap.