Twee zorgdebatten, één conclusie: iedereen wil meer preventie, maar de koers verschilt
In aanloop naar de verkiezingen vonden dit najaar twee landelijke zorgdebatten plaats die samen een scherp beeld schetsen van de richting waarin de Nederlandse gezondheidszorg zich beweegt. Op 29 september gingen Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA), Jan Paternotte (D66), Harmen Krul (CDA), Eric van der Burg (VVD) en Michel van Elck (JA21) met elkaar in debat over de toekomst van de zorg. Enkele weken later, op 21 oktober, volgde Het Grote Zorgdebat met opnieuw Bushoff en Krul, ditmaal naast Wieke Paulusma (D66), Harry Bevers (VVD), Sarah Dobbe (SP) en Vicky Maeijer (PVV).
In beide debatten werden de zorgen over de toekomst van de zorg breed gedeeld, maar de oplossingen lopen langs duidelijke ideologische lijnen.
Marktwerking
De rol van marktwerking in de zorg stond in beide debatten centraal. Volgens Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA) werkt het huidige systeem verstorend: financiële prikkels zorgen ervoor dat lichtere problematiek sneller wordt geholpen dan zwaardere. Hij wil de marktwerking afschaffen en de patiënt weer centraal stellen. Jan Paternotte (D66) noemt marktwerking geen doel op zich, maar waarschuwt dat het afschaffen ervan niet automatisch tot betere zorg leidt.
Harmen Krul (CDA) plaatste de discussie in breder perspectief: “We grijpen te snel naar zorg,” zei hij. “We hebben een sociaal systeem nodig waarin we meer naar elkaar omzien.” De VVD, vertegenwoordigd door Van der Burg en later Bevers, wees afschaffing van marktwerking resoluut af. De partij vindt dat het stelsel met gereguleerde concurrentie goed functioneert, al moeten de prikkels slimmer worden ingezet. Michel van Elck (JA21) benadrukte het terugdringen van bureaucratie en pleitte voor vereenvoudiging van regelgeving in plaats van structurele stelselwijzigingen.
Innovatie en digitalisering
Opvallend eensgezind waren de partijen over het belang van innovatie en digitalisering. D66 hekelde dat het bedrijfsleven wel investeert in zorgvernieuwing, maar de overheid onvoldoende bijdraagt. CDA wees erop dat het gemiddeld zeventien jaar duurt voordat innovaties worden ingevoerd en wil dat de overheid dit proces actief versnelt. GroenLinks-PvdA koppelde innovatie aan toegankelijkheid en betaalbaarheid, terwijl VVD vooral de nadruk legde op het verminderen van Europese regelgeving die innovatie zou afremmen.
Tijdens Het Grote Zorgdebat bleek dat de digitale gegevensuitwisseling een zeldzaam punt van overeenstemming was. Alle partijen willen dat de overheid dit eindelijk goed regelt. Minder administratieve lasten moet zorgprofessionals meer tijd geven voor directe patiëntenzorg — een concrete stap om personeelstekorten te verlichten.
Basispakket en betaalbaarheid
Een heet hangijzer was de vraag of het basispakket van de zorgverzekering “op slot” moet. D66 en VVD pleiten voor het bevriezen van de groei: als er een nieuw, duur geneesmiddel in het pakket komt, moet er iets anders uit. Die nuchtere rekensom moet volgens Harmen Krul (CDA) eerlijk worden uitgelegd aan het publiek. Ook D66 vindt dat realisme geboden is: zorg is kostbaar, en keuzes zijn onvermijdelijk.
GroenLinks-PvdA en SP verzetten zich fel tegen het idee van bevriezing. Zij waarschuwen dat dit de toegankelijkheid van essentiële behandelingen in gevaar brengt en dat het in de praktijk neerkomt op een verschraling van de zorg. Volgens Bushoff staat niet alleen het stelsel, maar de solidariteit onder druk: “We moeten niet toestaan dat nieuwe behandelingen straks alleen nog bereikbaar zijn voor wie ze kan betalen.”
Eigen risico en inkomensverschillen
Ook het eigen risico verdeelde de partijen duidelijk. GroenLinks-PvdA, SP en PVV willen het afschaffen, omdat het volgens hen een drempel vormt voor mensen met een laag inkomen om zorg te zoeken. CDA pleit voor verlaging, maar geen volledige afschaffing, terwijl D66 en VVD het eigen risico willen behouden. Volgens hen is het een noodzakelijke prikkel om bewuste keuzes te maken en onnodig zorggebruik te beperken.
Tegenstanders wijzen erop dat afschaffing nauwelijks de laagste inkomens helpt, omdat die via zorgtoeslag al worden gecompenseerd, terwijl het de samenleving miljarden zou kosten. Volgens berekeningen van het Centraal Planbureau bedraagt de structurele meeruitgave circa 3,6 miljard euro per jaar.
Preventie als rode draad
Ondanks alle verschillen was er één thema dat partijen verbond: preventie. Daarover bestond opvallend veel consensus, al lag het accent telkens anders. D66 wil gezondheidsdoelen wettelijk verankeren zodat preventie net zo belangrijk wordt als economische groei. CDA pleit voor een zorgstelsel waarin preventie loont, en GroenLinks-PvdA voor een suikertaks om ongezonde keuzes te ontmoedigen. PVV koppelde preventie aan bestaanszekerheid en wil het eigen risico en de btw op voedsel afschaffen, terwijl de VVD benadrukte dat gezond leven vooral een persoonlijke verantwoordelijkheid is.
Een stelsel dat kraakt
De fundamenten van het Nederlandse zorgstelsel staan onder druk. Partijen erkennen dat de zorg goed is, maar dat het systeem kraakt. Harmen Krul (CDA): “Nu moet alles wat kan, straks kan alles wat moet.” De toekomst van de zorg zal afhangen van het vermogen om kosten, menskracht en technologische vernieuwing in balans te brengen — met preventie als gemeenschappelijk vertrekpunt, maar met uiteenlopende visies op wie daarvoor de rekening betaalt.
Het laatste nieuws
Er kan gestemd worden!
de publieksstemming voor de STZ Innovatiechallenge 2025 is geopend! Vanaf vandaag, 21 oktober om 10.00 uur, tot 4 november om 10.00 uur
Categorie 4: Data & technologie – slimme, digitale versnellers van passende zorg; de laatste drie finalisten!
In deze categorie draait het om toepassingen die data en technologie inzetten om processen slimmer te maken, beslissingen te ondersteunen en zorg veiliger te organiseren.
Categorie 3: Preventie & gezondheid – domeinoverstijgende interventies; de finalisten!
In deze categorie draait alles om het versterken van gezondheid, het voorkomen van ziekte en het bouwen aan duurzame samenwerking tussen domeinen.